Hoe fundamentalistisch is het voorspellen van jaartallen bij de Jehovah’s Getuigen

1975

De dag van vandaag zijn Jehovah’s Getuigen vooral bekend rond hun gefaalde datum van het jaar 1975. Terwijl Jehovah’s Getuigen nergens expliciet het “einde van de wereld” aankondigden in het jaar 1975 werd niettemin deze suggestie gewekt toen de Wachttoren van 15 augustus 1968 vermeldde dat tegen de herfst van 1975 zesduizend jaar menselijke geschiedenis ten einde liep.1 Jehovah’s Getuigen hebben namelijk een nogal unieke kijk op het eerste hoofdstuk van Genesis die zij, zoals vele fundamentalistische christelijke religies, quasi letterlijk aannemen. De dagen worden niet beschouwd als letterlijke dagen van 24 uur, maar duizenden jaren omvattend, met de verklaring dat yom, het Hebreeuwse woord voor dag, ook tijdsperiode kan betekenen.2 Volgens Jehovah’s Getuigen bestaat elke dag van het scheppingsgedicht uit zevenduizend jaar.3

Toch is de herfst van 1975 niet de enige, zelfs niet de belangrijkste datum, die Jehovah’s Getuigen ooit door een al te letterlijke interpretatie en combinatie van verschillende schriftplaatsen uit zowel Daniël als Openbaring hebben gedestilleerd.

Zo schreef Andrew Holden in 2002:

De jaren van 1874, 1914, 1918, 1925 en 1975 werden allen gebrandmerkt als tijden voor de tweede komst van Christus, de één belangrijker dan de ander, doch allen brachten ze bittere teleurstelling. Ondanks deze persistente faling in profetie, hebben de Getuigen het voor elkaar gekregen te blijven recruiteren en uitbreiden met opmerkelijk succes en zijn nu (paradoxaal) bijna 130 jaar aanwezig. (Holden 2002, 1) 4

1914

De belangrijkste datum binnen de Jehovah’s Getuigen is zonder twijfel oktober 1914 dat ze nog steeds gebruiken als de datum die het “einde der tijden van de heidenen” aankondigde.

1914 is gegroeid uit een combinatie van verschillende teksten die willekeurig met elkaar in verband worden gebracht uit de boeken Daniël en Openbaring.

In Daniel 4:10-12 wordt een droom verhaald die koning Nebuchadnezzar kreeg van een boom die moest worden omgehakt en die in het midden van de wereld stond en tot de hemel reikte.

In oudtestamentische profetieën zien Jehovah’s Getuigen doorgaans twee vervullingen; een vervulling in de nabije toekomst tot wie het gericht is, en één in de huidige tijd en die betrekking heeft op Gods huidige volk, die uiteraard uit de Jehovah’s Getuigen bestaat.

De eerste vervulling van deze droom ziet men in Dan 4,31-32, waar verhaald wordt hoe het Nebuchadnezzar voor zeven tijden zou vergaan. Nu is die zeven tijden heel belangrijk volgens de Jehovah’s Getuigen, en een sleutel tot het uitleggen van deze profetie voor de huidige tijd. Zo zou het om zeven jaar gaan dat Nebuchadnezzar als een dier onder de dieren zou hebben geleefd.

Een profetisch jaar zou volgens de bijbel (nl. Opb 12,6.14) 360 dagen duren (dit is 12 maanden van 30 dagen). Als je dus 360 dagen x 7 doet kom je uit op 2520 dagen. Men neemt de profetische uitspraak van Ezechiel: “een jaar voor een dag” (Ez 4,6-7), want ook Jezus maakt duidelijk dat de tijden der heidenen bij zijn komst nog niet zijn geëindigd (Luc 21,24). Dus slaat deze profetie op 2520 jaren.

De verwoesting van de tempel vond volgens Jehovah’s Getuigen plaats in 607 BCE (dit terwijl er weinig wetenschappelijke discussie is dat dit plaatsvond in 587 BCE). Jehovah’s Getuigen nemen namelijk het jaartal van de heropbouw van de tempel als 537 BCE en tellen daar 70 jaar van af, zoals de profetie van Jeremia duidelijk maakt, dat de ballingschap 70 jaar zou duren (Jer 25,12; 29,10.14). Als men bij die 607 jaar (let wel dat er geen jaar 0 is) 2520 jaar telt komt men in het jaar 1914 terecht.5

De eerste wereldoorlog zou een gevolg zijn van het feit dat in dat jaar Satan uit de hemel werd gegooid door de aartsengel Michael, wat weer een vervulling is van de profetie uit openbaring 12,7-9.

Toch moet opgemerkt worden dat de “vervulling” van het jaartal 1914 een teleurstelling was voor de voorlopers van de Jehovah’s getuigen, de bijbelonderzoekers, die dachten dat de oorlog in Armageddon zou eindigen. Een woord dat maar één keer voorkomt in heel de bijbel, maar waarop een gigantisch deel van de theologie van de Jehovah’s Getuigen is gebouwd:

“It is astonishing with what rapidity matters are shaping themselves for the great time of trouble predicted in the Scriptures. When, some fourteen years ago, we presented the Scriptural declaration that the Millennium of peace and blessing would be introduced by forty years of trouble, beginning slightly in 1874 and increasing until social chaos should prevail in 1914 – few believed some scoffed.”6

Maar toen de verwachte komst van het duizendjarige rijk uitbleef, schreef Charles Taze Russel, de stichter van de bijbelonderzoekers, later de Jehovah’s Getuigen genoemd, in 1915:

“The fact that our expectations respecting the “change” of the church in 1914 were not realized does not signify that the prophecies failed. Our readers should know that we never prophesised anything. We merely gave our opinions respecting prophecies and gave the reader the reasons for those, showing the chapter and verse. Nothing in the bible declared that the church would be glorified by the fall of 1914. The author did express it as his opinion that the church would be glorified by that time, and gave his reasons for so thinking. Now that the date has passed and the church is not glorified, the author is not disappointed. All the while he wished the Lord’s will to be done and none other.”7

Voor de bijbelonderzoekers was 1874 namelijk het jaar waarop Jezus onzichtbare regering in de hemel begon (en waarop tevens 6000 jaar menselijke geschiedenis zou geëindigd zijn),en niet 1914.

1919

Jehovah’s Getuigen geloven dat er in de tijden van het einde, die dus in 1914 begon, een vereniging moest komen van Gods loyalen, hiervoor beroepen ze zich op psalm 50,5. Zij geloven dat deze loyalen met God verbonden worden door het nieuwe verbond (Luc 20,19-20) en dat zij deel uitmaken van een “geestelijk Israël”.

Hiervoor passen ze opnieuw een profetie toe, deze maal uit Math 25,1-6: de parabel over de maagden. De bruidegom zou namelijk gekomen zijn in de lente van 1919, de wijze maagden zijn dan het overblijfsel van de 144 000 gezalfden8, dan zou namelijk begonnen zijn met het uit de dood opwekken van de overledenen van deze klasse, waarvoor ze opnieuw een schriftplaats plukken, nl. Opb 19,7.

Rond 1918 werden enkele prominente Jehovah’s Getuigen opgepakt, waaronder de toenmalige president van het genootschap, Joseph Rutherford, en voor lange gevangenisstraffen achter tralies geplaatst. Hierdoor kwam het predikingswerk dat al van in de begindagen een belangrijke plaats onder de Bijbelonderzoekers had ingenomen, nagenoeg tot een halt. In 1919 werden deze straffen echter opgeschort en kwamen deze prominente bijbelonderzoekers terug vrij. In datzelfde jaar werd te Cedar Point, Ohio een congres gehouden, dat volgens Jehovah’s Getuigen het begin inluidde van de 1260 dagen die de twee getuigen uit openbaring predikten (opb 11,3). Op dat congres werd een nieuw tijdschrift aangekondigd (“Het Gouden Tijdperk”)9 en werd er nieuw leven in de prediking geblazen. Deze 1260 dagen zouden duren tot de herfst van 1922, toen er opnieuw een congres te Cedar Point, Ohio werd gehouden, en waarop de president van het genootschap de toehoorders aanmoedigde met: “Verkondigt, verkondigt, verkondigt de Koning en zijn koninkrijk!” Op datzelfde congres werd een resolutie aangenomen dat het Koninkrijk van God gekomen was.

Conclusie

Er dient opgemerkt te worden dat bij de Jehovah’s Getuigen de profetieën pas hun betekenis krijgen nadat ze al “vervuld” zijn. Jehovah’s Getuigen maken dan ook geen voorspellingen als dusdanig, maar leren uit hun geschiedenis de voorspellingen van de bijbel kennen. Jehovah’s Getuigen geloven namelijk dat een profetie pas ten volle gekend kan worden wanneer hij vervuld is.

Verder ziet men heel duidelijk dat Jehovah’s Getuigen, willekeurige schriftplaatsen uit hun context trekken om te betekenen wat ze willen dat ze betekenen. Voor Jehovah’s Getuigen zijn de boeken Daniel en Openbaring dan ook geen (uitsluitend) historische werken, maar werken die verwijzen naar onze tijd.

Voor hen staan die boeken dan ook bol van de voortekens die in onze tijd vervuld worden.

Eerder verschenen als paper voor het vak: Inleiding en theologieën van het Oude Testament, door prof. Benedicte Lemmelijn aan de KU Leuven.
1“Are we to assume from this study that the battle of Armageddon will be all over by the autumn of 1975 and the long-looked-for thousand-year reign of Christ will begin by then? Possibly, but we wait to see how closely the seventh thousand-year periode of man’s existence coincides with the sabbathlike thousand-year reign of Christ… Our chronology, however, which is reasonably accurate (but admittedly not infallible), at the best only points to the autumn of 1975 as the end of 6000 years of man’s existence on earth. it does not necessarily mean that 1975 marks the end of the first 6000 years of jehovah’s seventh creative “day” – Wachttoren 15/08/68
2“Hieruit blijkt duidelijk dat elke scheppingsdag, of werkperiode, op zijn minst duizenden jaren lang was. Zoals AReligious Encyclopædia(Deel I, blz. 613) opmerkt: „De scheppingsdagen waren dagen of tijdruimten waarin het scheppingsproces plaatsvond, maar geen dagen van elk vierentwintig uur.” — Onder redactie van P. Schaff, 1894.” – Inzicht in de Schrift, Jehovah’s getuigen
3Wij bemerken dus dat de zevende „dag” van de scheppingsweek zevenduizend jaar lang is. Op grond van de lengte van de zevende „dag” is het derhalve redelijk de conclusie te trekken dat de andere zes „dagen” elk ook 7000 jaar lang zijn geweest. Deze tijdsduur zou ruimschoots voldoende zijn om alles wat er volgens de bijbel in elk van de zes scheppingsdagen heeft plaatsgevonden, te laten gebeuren.” – Wachttoren 15/05/1970
4 How Prophecy Succeeds: The Jehovah’s Witnesses and Prophetic Expectations, George D. Chryssides, International Journal for the Study of New Religions.
5Een uitvoerige uitleg van deze berekening kan gevonden worden in hoofdstuk 6 van het boekje “Schenk aandacht aan Daniel’s profetie” uitgegeven door Jehovah’s getuigen
6Wachttoren 01/10/1890
7Wachttoren 01/11/1915
8Jehovah’s Getuigen geloven dat er twee “klassen” in de bijbel besproken worden. 144 000 personen die geroepen worden om als priesters en koningen in de hemel te regeren over de aarde, en een grote schare met een aardse hoop, die hier op aarde zullen leven. (Opb 7)
9Nu beter bekend als “Ontwaakt!”

2 reacties

  1. Rob Valkeneers schreef:

    Misschien een aantal kleine opmerkingen: 1) 1 scheppingsdag = 7000 jaar is volgens mij niet langer de actuele zienswijze. Volgens mij is men nu wat vager (“duizenden jaren”; maar zelden of nooit “miljoenen of miljarden jaren”). 2) De verwijzing van Andrew Holden naar de jaren 1874, 1914, 1918, 1925 en 1975 is niet helemaal correct, want deze jaren hadden niet allemaal betrekking op tweede komst. Dit wordt zeer uitgebreid uit de doeken gedaan in het recente (maar overdreven dure) boek van George D. Chryssides, Jehovah’s Witnesses. Continuity and Change, 2016, 223-243 (chapter 10: “Phropecy” is eigenlijk volgens mij het beste deel van het boek). Hij bekritiseert daar precies dit citaat van Holden. Ik geloof dat een ingekorte versie van dit hoofdstuk ook online te vinden is als een artikel van Chryssides.
    groeten
    rob

    • malakh ahavah schreef:

      ja, het boek is mij in ieder geval te prijzig al had ik hem wel graag gelezen… Misschien dat ooit één van de bibliotheken waar ik lid van ben hem aankoop.
      Wat de 7000 jaar betreft wordt er weinig over gesproken, maar ik meen wel dat het nooit officieel weerlegd is. Bedankt voor je deelname… he he he… Ik vind het zelf altijd bijzonder vreemd dat JG weigeren zich creationisten te noemen, want en fond zijn ze dat eigenlijk wel.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *