(Dit is een bewerking van een presentatie die ik onlangs in onze kerk heb gegeven)
Enkele weken geleden ben ik naar het logoscongres geweest in Giessendam-Hardinxveen in Nederland, en had jullie daar graag wat over verteld.
Misschien ben je niet op de hoogte van Logos. Wel het Logos Instituut is een Nederlandse organisatie die vooral de letterlijkheid van de eerste elf hoofdstukken van Genesis wil promoten. Tot hun werk behoren het geven van lezingen en congressen met vaak vooraanstaande sprekers op dit gebied, het verkopen van boeken over deze onderwerpen, dan vooral over creatie, de zondvloed… En sinds een tijdje ook het promoten van creatie bij basisscholen in Nederland. Sinds zo’n twee jaar zijn ze ook bezig met het geven van lezingen in België, niettemin nog steeds vrij sporadisch.
Het Logos-congres in Giessendam werd gehouden in een kerk, die op mij die naar een kleine kerk gaat wel indruk maakt, er is zo plaats voor een driehonderd à vierhonderd kerkgangers, en ik moet eerlijk toegeven dat ik me afvroeg of ze die elke zondag gevuld kregen, maar aan de andere kant, de Ichthus kerk in Kortrijk is ongeveer even groot en die krijgen ze naar blijkt de zondag ook wel gevuld. Dagelijks waren er voor dit congres ongeveer 200 toehoorders.
De titel van het congres was “Geloof is de sleutel tot kennis” en werd gehouden op 8 en 9 november. Over de titel werd op sociale media fel gediscuteerd, omdat geloof en kennis niet zouden samengaan. Een vooroordeel waarmee we als bijbelvaste christenen waarschijnlijk allemaal wel ooit eens mee te maken hebben gehad. Daarom is zo’n congres ook belangrijk en broodnodig, omdat het ons kan wapenen, tegen die vooroordelen die ons als dom, fundamentalistisch of nog erger extreem wegzetten. Het is al lang niet meer voldoende om gewoon in iets te geloven, men moet het ook met argumenten kunnen staven, dat verlangen mensen nu eenmaal, zeker als we mensen over het geloof willen vertellen.Daarom is het ook belangrijk om te weten enerzijds wat de tegenhanger van de schepping onderwijst, namelijk evolutie. Ik herinner me b.v. een professor evolutionaire biologie aan de Universiteit van Gent die werd geïnterviewd naar aanvang van het moslimprobleem binnen dit studiegebied, en hij stelde het heel mooi: “Voor mijn part moeten ze het niet geloven, maar ze moeten het wel kennen.”
Daarom wil ik ook de gelegenheid gebruiken om het boek van Reinhard Junker en Siegfried Scherer aan te bevelen: “Evolutie – het nieuwe studieboek” die bij Logos voor tien euro te verkrijgen is. Een koopje. Ik wil wel de kanttekening maken dat het vrij diep op de materie ingaat, en dus soms een beetje vaag of ingewikkeld is voor mensen zoals ik die geen biologie hebben gestudeerd. Het fijne aan het boek is, terwijl ik niet echt merk dat ze een zwart-wit positie innemen voor het één en tegen het ander, dat ze niet uitsluitend uitgaan van een naturalistische, materialistische visie. De schepping of Intelligent Design om het neutraler te verwoorden wordt met een serieuze, onderzoekende blik bekeken.
Terug naar het congres. Dit uitgangspunt was meteen ook de opener van het congres, namelijk waarom geloof in de historiciteit van Genesis belangrijk is… Een lezing gegeven door Lucien Tuinstra. Hij gaf in zijn lezing eerst een korte introductie tot de evolutie die ik vrij basaal vond trouwens, maar hij ging ook dieper in waarom de historiciteit van Genesis zo belangrijk is. Eerst en vooral wil ik beklemtonen dat je redding niet afhangt van je geloof in de eerste elf hoofdstukken van Genesis, je redding hangt van de genade en het geloof in Christus af. En er zijn vele christenen die wel degelijk evolutie aanhangen, en toch christen zijn. Maar het kan je geloof wel bijzonder negatief beïnvloeden. In Genesis vinden we buiten de oorsprong van de mens, ook de oorsprong van lijden, dood en zonde. Als al die dingen niet zijn voorgevallen zoals beschreven, als lijden, dood en zonde er altijd zijn geweest, waarom dan Jezus komst? In Romeinen lezen we hoe Jezus kwam om onze zonden op zijn schouders te nemen, om de eerste adam teniet te doen, en de laatste adam te worden, een levengevende geest (Rom 5,18; 1 Ko 15,22). Meer nog, het Nieuwe Testament, en ook Christus, hechtten bijzonder veel belang aan de eerste hoofdstukken van Genesis. Zo wordt 60 maal in het Nieuwe Testament uit de eerste elf hoofdstukken van Genesis geciteerd, en zonder twijfel kennen we Jezus raad omtrent het huwelijk waar hij verwees naar de schepping van man en vrouw en Gods woorden in de tuin van Eden. (Marc 10,7-9)
Om het geloof in de eerste hoofdstukken van onze Bijbel te versterken dienen we ook de betrouwbaarheid van de rest van de Bijbel te beschouwen. Daarom wordt er op de meeste congressen en lezingen van Logos ook veel belang gehecht aan de verdere uitbouw van bewijs rond de gebeurtenissen in de rest van de Bijbel en de profetieën die erin beschreven worden. David van Wijck behartigde één van deze toewijzingen en stelde expliciet dat “een juiste toekomstvoorspelling een godsbewijs is” (Deut 18,22), zoals het ook in het Oude Testament wordt beschreven. Wat ik bijzonder interessant vond in zijn lezing rond de messiaanse profetieën in het Oude Testament, was het gebruik van deze profetieën door de Joden. Die worden namelijk bij hun lezingen bijzonder vaak overgeslagen, veel orthodoxe Joden blijken er dus simpelweg niet van op de hoogte te zijn. Dr Peter van der Veen behartigde een ander luik van dit zo belangrijk thema. Namelijk of de archeologie en de Bijbel wel samengaan. In de theologie bestaat er een consensus rond een late datering van de boeken uit het Oude Testament. De meeste zouden pas gevormd zijn vanaf de ballingschap, en vooral bestaan uit mythen en verhalen die kleur wilden geven aan een religie van een etnische minderheid die eigenlijk vrij onbelangrijk was. Door gepaste afbeeldingen en bewijzen uit opgravingen probeert Van Der Veen hier enig tegengeluid bieden.
Gert-Jan van Heugten, een redacteur van het Weet-tijdschrift, moest uit zijn comfortzone treden en een lezing over de platte aarde geven. Meestal geeft hij lezingen omtrent dinosaurussen. Een vrij actueel thema trouwens want velen van de toehoorders hadden al in gesprek getreden met iemand die de platte-aarde theorie aanhing. Onlangs nog was er zo’n aanhanger te zien in het televisieprogramma Gert Late night. Ook in de zaal zat er één toehoorder die voor deze theorie wel te vinden was. Ik moet eerlijk zeggen dat ik Gert-Jan van Heugten aan de harde kant vond in zijn betoog, zo noemde hij het een dwaalleer, een woord waar ik bijzonder weinig affiniteit mee heb, en geloof dat het vaak meer slecht dan goed doet, maar dat kan aan mijn gevoelige aard liggen uiteraard. Hij ging er wel bijzonder diep op in waarom we kunnen geloven op een bol te leven, de vele theorieën die door de platte-aarde lobby worden beschreven kloppen namelijk niet helemaal met de werkelijkheid. Zo zouden we op een platte aarde nooit de zon zien zakken achter de horizon, of zou een zons- of maansverduistering er helemaal anders uitzien. Verder moet je ook automatisch complottheorieën aanhangen, want er zijn bijzonder veel foto’s in omloop die een ronde aarde tonen, die zouden dus allemaal vervalst moeten zijn. Anderzijds maken ze gebruik van teksten in de bijbel die vooral in de poëtische boeken staan, en natuurlijk hoef je niet alles wat je leest letterlijk te nemen, zo wordt gesteld in de bijbel dat er engelen staan aan de vier hoeken van de aarde, dan zou de aarde niet alleen plat zijn maar ook vierkant (Opb 7,1). We kunnen hiermee lachen, maar in de 19de eeuw bestond er wel degelijk iemand die de vierkantheid van de aarde letterlijk nam en er zelfs een kaart van heeft gemaakt. Het was dus een bijzonder interessante lezing, die hij trouwens wat uitgebreider online heeft gezet: .
Een andere lezing die ik bijzonder interessant vond was van een jonge dame Ilana Pruis, de enige dame die een lezing verzorgde trouwens op dit congres, een doctoraatskandidate in de neurologie aan de Universiteit van Amsterdam, die in discussie ging met Dick Swaab, natuurlijk niet letterlijk, maar figuurlijk door zijn boek: “Wij zijn ons brein” kritisch onder de loep te nemen. Dick Swaab gelooft namelijk dat wij het resultaat zijn van de elektrische bedrading in onze hersenen. Interessant is b.v. dat als men een eeneiige tweeling neemt, dus compleet hetzelfde DNA, deze maar hetzelfde gedrag tonen voor 50 %, waar komt dus die andere 50 % vandaan als we uitsluitend het resultaat van ons brein zijn? Verder blijken wij ook onze hersenen te kunnen activeren. Neem nu iemand die verslaafd is, dan kan hij door cognitie zijn gedrag aanpassen, als wij uitsluitend het resultaat zijn van de bedrading in onze hersenen dan zou dat allemaal voorbestemd moeten zijn want er geen eigen wil.
Een ander aspect dat ik even wil vermelden is iets dat prof. dr. Marc De vries een wetenschapsfilosoof aanhaalt in zijn lezing “Wetenschapsfilosofie en de evolutietheorie” die mij als theoloog bijzonder nauw aan het hart lag. Zo stelt hij dat theologen te vaak zich laten overtroeven door natuurwetenschappers, terwijl dat helemaal niet nodig is. De ene wetenschap is niet beter dan de ander. In mijn studie werd er b.v. bijzonder veel moeite gedaan om ons te vergewissen dat Genesis 1 poëzie zou zijn, of althans symbolisch moet opgevat worden, maar dat lijkt niet te stroken met de gebruikte taal. Anderzijds zullen we allen wel al eens gehoord hebben dat de evolutietheorie een “bewezen feit” is. Maar de wetenschappelijke methode eist van een feit dat het empirisch, waarneembaar en herhaalbaar is. Nu kan ik de woorden van Aristoteles aanhalen, die de waarneming tegen evolutie gebruikt, want ook al in zijn tijd waren er theorieën voorhanden die goden wilden uitsluiten, vooral door middel van water: zijn belangrijkste argument bestaat in een verwijzing naar de herhaling die zich in de natuur voordoet: uit een mens wordt een mens geboren, elke spin weeft op dezelfde manier haar web, enz: “Want al de genoemde dingen, ja alles in de natuur gebeurt ofwel altijd op dezelfde manier, ofwel meestal daar waar een effect van toeval nooit constant hetzelfde kan zijn… Als dus de zwaluw van nature en doelgericht een nest maakt, en de spin een web, en de planten bladeren maken ter wille van hun vruchten, en hun wortels niet naar boven maar naar beneden laten groeien, met het oog op voedsel, dan is het duidelijk dat dit soort van oorzakelijkheid is in de dingen die van nature ontstaan en bestaan.” (Physica II)
Meer dan micro-evolutie is er dus simpelweg niet waar te nemen. Wat Darwin zag op de Galapagos eilanden was simpelweg variatie.
Er werd natuurlijk nog veel meer gezegd… Zo waren er tijdens de tweede dag Engelstalige lezingen bij te wonen van een Duitse creationistische organisatie die mee dit congres organiseerde, waar thema’s als DNA en het zachte weefsel in dinosaurus-botten werd besproken.
Dit congres is trouwens een jaarlijks weerkerend fenomeen. Zeker de moeite van het bezoeken waard. Ook voor de prijs moet je het niet laten. Meestal betaal je voor een dag zo’n tien euro en daar is een middagmaal en koffie tijdens de pauzes inbegrepen.
Ondertussen zal er in februari ook een nieuwe congres in Vlaanderen over de zondvloed worden georganiseerd, die zal doorgaan in Maasmechelen.
Geen reacties