Vaak bezoek ik kerken. Ik hou van de serene stilte die er heerst. Ja, om eerlijk te zijn voel ik me er soms zelfs dichter bij God. Soms ga ik er even heen om te mediteren, weg te zijn van de drukte van mijn gedachten.
Mijn grootvader was een rasechte Katholiek en zo heeft mijn moeder in haar kindertijd vaak naar de misvieringen gemoeten, iets wat ze ons heeft bespaard. Mijn moeder is bijna anti-Katholiek te noemen, dus was het zeer moeilijk om mij zonder bevooroordeeld hart naar een misviering te begeven.
In mijn zoektocht naar de invulling van mijn spiritualiteit, en een tijd dat ik nog dacht dat het mooiste beroep van de wereld priester was, heb ik ooit in de Abdij van Zevenkerken een misviering bijgewoond, maar nagenoeg alle herinneringen daaraan zijn verloren. Door gebeurtenissen die ik hier niet te grabbel wil gooien, heb ik veel van die tijd uit mijn herinneringen verdrongen, en nog heb ik er teveel die ik ook liever kwijt zou zijn.
Vrees
Daar sta je dan, op het punt je in een wereld te begeven waar je niet thuis bent. Dus nerveus betrad ik de kerk. Toen ik nog thuis was, had ik me voorgenomen om achterin een plaatsje te zoeken, zodat ik zo onopvallend mogelijk weer kon verdwijnen. De mensen zaten echter zo verspreid dat ik overal tamelijk onzichtbaar kon zijn, en dus nam ik me een plaatsje tamelijk vooraan zodat ik alles goed kon zien.
Mijn vrees bleek in ieder geval ongegrond. Meer nog, ik had in zekere mate het gevoel thuis te komen; niemand keek me raar aan, of moest we dwangmatig welkom komen heten. Ik voelde me er meteen meer thuis dan ik had gedaan toen ik voor het eerst een koninkrijkzaal had betreden. Je was er ook gewoon onomwonden welkom Je bent geen vreemde in de kerk. Een vriendin van me vertelde me ooit dat ze zich altijd wat een heiden voelde in de kerk, terwijl ze toch steeds een goed Christen probeerde te zijn. Dat gevoel had ik het overgrote gedeelte van de tijd niet.
Aanbidding
Het grote verschil dat ik opmerkte met een vergadering in een koninkrijkzaal was de manier waarop de dingen benaderd werden. De nadruk lag veel meer op aanbidding, en niet op onderwijs.
Er werd begonnen met een lied. Blijkbaar kon je een programma verkrijgen, maar dat had ik niet gezien, dus kon ik in grote delen van de viering niet participeren, dat vond ik eigenlijk wel spijtig. De stem van een vrouw kondigde aan welk lied er gezongen zou worden, en een prachtige muzikaal stuk werd ingeluid. Vervolgens werd er gebeden. Wat me ook opvalt is de grote hoeveelheid aan gebeden die er tijdens zo’n misviering werden opgezonden. Ik durf bijna schatten dat de helft van de tijd aan gebed wordt gespendeerd.
De Jehovah’s getuigen kondigen vaak aan dat ze in de kerk de bijbel niet gebruiken, maar dat doen ze wel. Eerst werd een stuk voorgelezen uit Genesis, waar Abraham in contact kwam met de drie engelen.
De lezing, als ik het zo mag noemen, ging over een stuk uit het evangelie van Lukas waar een vergelijking werd gemaakt tussen de twee zusters, de één hardwerkend, de ander luisterend. In tegenstelling tot wat ik eigenlijk gewend was, werd er niet belerend of veroordelend gedaan over de zuster die hard werkte, maar werden beide vrouwen vergeleken met hoe we de dag van vandaag in het leven staan. De toehoorders werden niet op het hart gedrukt om meer te doen in de dienst voor God, maar werden geprezen voor wat ze al deden, en dat het gewoon onoverkomelijk was dat we in deze tijd een heel erg druk bestaan hadden, maar niettemin tijd maakten voor de aanbidding van God.
De priester had een heel zachte stem die zeer aangenaam in de oren klonk. Het lijkt een man waar je je ziel aan bloot kunt geven, een belangrijke eigenschap, vind ik dat, voor elke voorganger van een godsviering.
Ergens midden in de viering wordt ruimte gemaakt om even een blijk van vriendelijkheid aan elkaar te tonen. Terwijl ik dat een onwennig moment vond, vond ik het niettemin prachtig hoe je op die manier wat dichter naar elkaar toe komt te staan. Een wat oudere dame die voor me zat, en die ik nog nooit had gezien, kwam spontaan naar me toe om me de hand te drukken.
Ook mooi dat de priester op het einde van de viering naar de uitgang liep om iedereen nog eens persoonlijk te groeten. Ongetwijfeld komt hij op die manier dichter bij zijn parochianen te staan.
Stoorpunten
Uiteraard kan ik er niet om heen dat er ook enkele dingen waren die me stoorden.
Het rondgaan met de manden voor stoeltjesgeld, liet zo lang op zich wachten, dat ik even zelfs dacht dat dit was afgeschaft. Wat ik zeer mooi zou hebben gevonden. Aan de ingang van de kerk stond er trouwens een mandje waar je iets in kon gooien ter bevordering van de kerk, dus eigenlijk had ik dat voldoende gevonden. Maar opnieuw had ik niet het gevoel dat geld geven een verplichting was.
Verder werd tijdens de eucharistie enkel voorzien in het lichaam van Christus, terwijl ikzelf het bloed van Christus een stuk belangrijker vindt. Het nieuwe verbond werd namelijk gesloten met zijn bloed (die voor velen vergoten zou worden) en niet zozeer met zijn lichaam.
Conclusie
De kerk is dus niet op mij neergestort. Ook had ik helemaal niet het gevoel dat er aan afgoderij werd gedaan. Uiteraard werd er voor het beeld van Christus gebogen, wat ik niet heb gedaan, maar ik had veeleer het idee dat dit uit respect was, en niet als aanbidding van het beeld.
Ik kan me niet van het gevoel onttrekken dat God met zo’n viering dik tevreden kan zijn. Meer nog, Jehovah’s getuigen gaan er prat op dat ze de bijbel gebruiken tijdens hun viering, maar wat ze vaak doen is lectuur van het genootschap gebruiken. Ik vond het verhelderend om te zien dat er geen gebruik werd gemaakt van bijkomstig materiaal, maar dat de bijbel in zijn puurste vorm werd gebruikt.
Geen reacties